Nieuws detail paginakop

Actueel

Ervaringsverhaal+Lauren.jpg
28 augustus 2023

'Ik stond met m'n moeder in de rij voor methadon'

De ouders van collega Lauren*, sociotherapeut bij Youz, ontmoetten elkaar midden jaren tachtig in het gebruikerswereldje en zaten kort daarna tegelijk in detentie. Toen ze beiden vrij kwamen raakte haar moeder in verwachting. Het lukte haar om tijdens de zwangerschap en in de jaren daarna clean te blijven, maar toen Lauren drie jaar was ging haar moeder opnieuw heroïne gebruiken. Haar vader was toen al niet meer in beeld. 

“Mijn allereerste herinnering als kind is dat ik samen met mijn moeder in een blijf-van-mijn-lijfhuis zat,” vertelt Lauren. “Ik was toen een jaar of drie, vier. We waren erheen gevlucht omdat mijn vader agressief kon zijn. Ik herinner me dat ik daar aan het spelen was. Het is best een goede herinnering."
Het verhaal van Laurens ouders begint enkele jaren daarvóór, wanneer haar vader van Curaçao naar Nederland wordt gestuurd omdat hij meermaals met de politie in aanraking komt, agressief is en drugs gebruikt. Lauren: “De hoop was dat hij in Nederland op het rechte pad zou komen, maar dat bleek tevergeefs. Mijn ouders ontmoetten elkaar in het gebruikerswereldje en haalden niet per se het beste in elkaar naar boven. Op een gegeven moment zaten ze tegelijk vast; mijn moeder in de vrouwen-PI en mijn vader op de mannenafdeling. Toen ze weer op vrije voeten waren zei mijn moeder: ‘Nu wil ik een kind!’. Een jaar later was ik er. Maar de relatie tussen mijn ouders was niet goed. Er was veel agressie.”

“Na ons verblijf in het blijf-van-mijn-lijfhuis vertrokken we op mijn vijfde naar een geheim adres. Kort daarop kwamen we per toeval mijn vader tegen in de tram. Ik herinner me dat nog goed. In de verte zag ik een man naar ons kijken en zwaaien. Hij rende naar ons toe en kwam tegenover ons zitten. “Weet je wie dat is?”, vroeg mijn moeder aan mij. “Dat is je vader”. Vanaf dat moment was hij terug in mijn leven. Ondanks wat mijn moeder allemaal had meegemaakt met hem vond ze dat ik het recht had om hem te zien. Maar voor haar betekende het een hoop zorgen. Het was een turbulente tijd, met regelmatig heftige ruzies waardoor de politie af en toe voor de deur stond. De afspraak was dat mijn vader me elk weekend kwam opzoeken of zou meenemen voor een uitje. Maar vaak genoeg kwam hij niet opdagen en soms zat hij in een afkickkliniek. Toch heb ik ook goede herinneringen aan die tijd. We hebben wel een vader-dochterband opgebouwd.”

Gekraak van zilverfolie

Ook de moeder van Lauren is dan alweer verslaafd aan heroïne. Eerst verbergt ze dat nog voor Lauren, maar die begint steeds meer te begrijpen en te vermoeden. “We gingen elke zaterdag naar de GGD bij Leuvehaven. Daar stonden we dan in een rij met allemaal vage types te wachten tot er methadon werd verstrekt. Ik was toen een jaar of zeven, acht. De band met mijn moeder is overigens altijd goed geweest. Ze had een uitkering en er was altijd geldstress, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat het me aan iets ontbrak. Ik droeg leuke kleding, was goed verzorgd en mijn moeder had veel tijd en aandacht voor mij. Waar ik wel heel veel moeite mee had was dat ze me op een gegeven moment alleen thuis liet omdat ze niet in mijn bijzijn wilde gebruiken. Ik wist nooit óf en wanneer ze weer thuis zou komen. Ik was zo bezorgd. Het was ook nog in de tijd vóór de mobiele telefoons – ik was toen net een tiener. Op een gegeven moment ging ze wel thuis gebruiken, stiekem, op een andere kamer. Ik wist precies wanneer het zo ver was: dan hoorde ik het gekraak van zilverfolie en het geluid van de aansteker en ik kon ook de typische geur van de rook herkennen. Mijn vader was minder stiekem. Die rookte openlijk op een lepel.”

‘Spreek er niet over op school’

De hulpverlening is na het blijf-van-mijn-lijfhuis niet meer in beeld geweest bij Lauren en haar moeder. Lauren: “Ik weet ook niet of ik dat had gewild. Mijn moeder zei altijd: ‘Je weet wat hier speelt, maar spreek er niet over op school. Anders wordt je misschien uit huis geplaatst’. Vanaf mijn vijftiende had ik een bijbaantje, maar het geld in mijn portemonnee verdween steeds. Ik confronteerde mijn moeder ermee, die steevast schaamtevol ontkende. Vanaf toen wilde ik heel graag uit huis. Toen ik achttien was liet mijn vader zich opnieuw opnemen in een afkickkliniek en bood hij mij zijn huis aan. Daar ben ik zelfstandig gaan wonen. Mijn vader heeft zijn opname zelfs gerekt om te zorgen dat ik langer in zijn huis kon blijven. Dat gunde hij mij. Ons contact was toen ook best goed. Hij nam de vaderrol wat meer op zich en iedere week kreeg ik van hem een tientje met een briefje. Dat heeft hij tot zijn dood volgehouden. Ik had inmiddels mijn eigen huis toen hij op mijn 25ste vrij plotseling overleed. Zijn lijf was zo toegetakeld door jarenlang drugsgebruik dat zijn hart ermee stopte. Dat was een heel zware tijd, ook voor mijn moeder.”

Woning ontruimd

Wat Lauren dan nog niet weet is dat er in die periode tijdelijk een kennis bij haar moeder is ingetrokken die regelmatig de buurt op stelten zet. “Mijn moeder belde me op en vertelde dat ze haar huis werd uitgezet, vanwege overlast. Een rechtszaak mocht niet baten; de woning werd ontruimd en mijn moeder stond op straat. Ik kon haar niet in huis nemen omdat ik in een studentenkamer woonde. En daarbij dacht ik: ze heeft hulp nodig. En daar komt ze niet voor in aanmerking als ze bij mij slaapt. Het is één van de moeilijkste beslissingen die ik ooit heb gemaakt, maar ik heb haar dus geweigerd. Ze kon een tijd terecht bij de nachtopvang en daarna is ze opgenomen in de Bouman Kliniek (inmiddels Antes red.). Dat was ook niet van lange duur. Omdat ze valium had gebruikt moest ze daar weg. De enige andere optie was – heel toevallig – de zorginstelling waar ik toen werkte. Gelukkig wel een andere locatie, want ik had er een dubbel gevoel bij. Werk en privé kwamen ineens wel heel dicht bij elkaar. Na meerdere verhuizingen heeft ze sinds 2021 weer een eigen woning.”

Erkenning

“Met mijn moeder gaat het; ik kan er weinig anders van maken. Wat ik zie is niet per se kwaliteit van leven, maar zij is er content mee. Ze is veel alleen, heeft geen sociaal leven en haar gezondheid baart me zorgen. Ze gebruikt nog steeds en ik geloof ook niet dat ze ooit zal afkicken. Ik hoop daar ook niet meer op, want dan word ik alleen maar teleurgesteld. De afgelopen jaren waren voor mij persoonlijk ook heel erg zwaar. Zwaarder dan ik ooit heb gedacht. Ik heb jarenlang geprobeerd positief te blijven, maar het besef dat ik het helemaal alleen heb moeten doen komt nu wel binnen. Tot mijn 18de heb ik er zelfs nooit met iemand over gepraat. Ik neem het mijn moeder niet kwalijk dat mijn jeugd zo anders is geweest. Ik weet inmiddels dat zij het als kind ook heel moeilijk heeft gehad. Ze zei laatst tegen me dat ze het heel moeilijk vond om mij alleen thuis achter te laten als zij ging gebruiken. Dat ze zag dat het mij heel veel deed, maar dat ze niet anders kon omdat de behoefte aan cocaïne te groot was. Dat ze mijn gevoelens daarin erkent is een opluchting. Wat mij ook helpt is dat ik eindelijk mijn verhaal durf te delen. Ik heb als jong meisje dag in, dag uit gezwegen. En dat heeft mij gebroken. Als ik ook maar één kind kan helpen door mijn verhaal te delen is dat het meer dan waard.”

KOPP/KOV

KOPP/KOV staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV). Het kan gaan om één of beide ouders. De problematiek van de ouder(s) heeft vaak gevolgen voor het hele gezin.

*Lauren is een gefingeerde naam