Nieuws detail paginakop

Actueel

fleur.jpg
20 februari 2024

'Volgens mijn moeder was er iets mis met óns, niet met haar'

Tot de middelbare school had collega Fleur* een relatief rustige jeugd, ondanks dat haar moeder leed aan een borderline persoonlijkheidsstoornis. Dat veranderde toen haar ouders uit elkaar gingen. Opeens viel de structuur binnen haar gezin volledig weg. “Opeens besefte ik: er klopt iets niet aan de manier waarop mijn moeder met ons omgaat.”

“Ik ben de jongste van vier kinderen,” vertelt Fleur. “De eerste twaalf jaar van mijn leven waren we een redelijk ‘normaal’ gezin. Mijn moeder bepaalde onbewust wel de sfeer in huis. Ze heeft borderline en verbleef herhaaldelijk op de dagopname van een ggz-instelling. Mijn vader was veel weg en bezig, afwisselend met mijn moeder en met ons. Er was weinig ruimte voor wie wij waren, wat wij wilden en hoe het op school ging. Maar er was wel een bepaalde structuur.” 

Diagnose weigeren 

“De situatie escaleerde na de scheiding van mijn ouders. Mijn moeder begon haar diagnose te weigeren. Volgens haar was er iets mis met ons, niet met haar. Het was een roerige tijd, waarbij ik meermaals door haar uit huis gezet werd. We botsten. Ik was al vroeg zelfstandig en durfde kritisch op haar te zijn. Ook de band met mijn broer en zussen verslechterde. We verloren elkaar een beetje uit het oog omdat we alle vier ‘vochten’ voor wat aandacht; het gevoel dat we er toe deden. Dat vind ik nog steeds heel lastig. Op mijn vijftiende ben ik bij mijn vader gaan wonen. Hij had inmiddels een nieuwe relatie en woonde samen met het gezin van zijn partner. Ik vond het heel zwaar en moeilijk om bij hen te gaan wonen. Voor mijn gevoel hoorde ik niet bij het gezin. Dat gevoel werd versterkt omdat mijn vader de opvoedrol niet pakte en zijn partner evenmin. Zij vond dat ik maar moest meegaan in hun gezinsdynamiek. En ik mocht dan wel weg zijn bij mijn moeder; zij bleef maar aan me trekken. Het was een periode vol frustratie en verdriet. Het enige pluspunt was dat ik bij mijn vader wel veel ruimte had om zelfstandig te zijn.” 

Auto-ongeluk 

“Toen ik 19 was ben ik met mijn vriend gaan samenwonen, inmiddels mijn man. Hij wist wat er speelde in mijn gezin, maar begreep me soms niet helemaal. Hij komt uit een heel andere, veilige, gezinssituatie en hij kon het zich niet voorstellen hoe het was om in mijn gezin op te groeien. Hij zag alleen mijn moeders goede kanten en vroeg zich af waarom ik haar nooit uitnodigde voor mijn verjaardag. Daarin voelde ik me wel erg onbegrepen. Uiteindelijk zag hij haar ware aard pas toen we een auto-ongeluk kregen. Omdat ik mijn vader eerst had gebeld was mijn moeder ervan overtuigd dat er een complot tegen haar was. De situatie is toen vreselijk geëscaleerd. Mijn vriend besefte toen dat hij de situatie met mijn moeder en mijn gevoel gebagatelliseerd had.” 

‘Mijn broer en zussen zitten nog steeds gevangen in het web dat mijn moeder gesponnen heeft’ 

“Met mijn moeder heb ik geen contact meer, met mijn vader is het contact oppervlakkig. Ik heb nog steeds periodes dat ik boos ben op mijn ouders, maar ik zie ook in dat ze er eigenlijk niks aan kunnen doen. Bij mijn vader is het onkunde geweest en mijn moeder is heel ziek. Ze waren eigenlijk niet in staat om een gezin met vier kinderen op te voeden. Inmiddels weet ik wel dat er ook psychische problemen voorkwamen in het gezin waarin mijn moeder opgroeide. Mijn oma is alcoholist geweest. De ouders van mijn vader zagen wel dat er problemen waren in ons gezin, evenals de moeder van mijn beste vriendin. Maar ze hebben nooit ingegrepen, waarschijnlijk omdat ze een beetje bang waren voor mijn moeder. Jammer, want ik was graag bij de hand genomen als klein meisje. Er was weinig aandacht voor ons, de kinderen. Pas op latere leeftijd heb ik hulp gezocht.” 

“Met mij gaat het nu gelukkig best goed. Ik heb de laatste jaren steeds meer afstand kunnen nemen van ‘thuis’. Ik ben orthopedagoog bij Youz, getrouwd, heb een huis gekocht en een eigen leven opgebouwd. Daar ben ik trots op, al heb ik natuurlijk ook mijn gevoeligheden. Op mijn werk word ik natuurlijk ook geconfronteerd met de gezinsdynamiek van mijn cliënten. Dat is soms confronterend, maar het laat me ook inzien dat er gelukkig ouders zijn die wél heel steunend zijn naar hun kind. Het kan dus wél. Ik hoor vaak dat mensen verbaasd zijn dat ik mijn leven op de rit heb. Zelf denk ik dat het komt omdat ik altijd heb beseft dat onze gezinssituatie niet normaal was. En dat ik ook altijd de mooie dingen van het leven heb kunnen zien. Als ik kijk naar mijn broer en zussen dan hebben we echt voor een ander levenspad gekozen. Ik denk dat zij nooit helemaal een eigen identiteit hebben opgebouwd. Zij zitten nog steeds gevangen in het web dat mijn moeder gesponnen heeft.” 

*Fleur is een gefingeerde naam. 

KOPP/KOV

KOPP/KOV staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV). Het kan gaan om één of beide ouders. De problematiek van de ouder(s) heeft vaak gevolgen voor het hele gezin. Youz biedt trainingen voor deze kinderen.