
Onderzoek: Verbetering van de huisartsenzorg voor mensen met autisme: waarom en hoe?
Mensen met autisme lopen een groter risico op allerlei aandoeningen dan mensen zonder autisme. Daarom is het voor hen van belang dat de huisartsenzorg soepel verloopt. Ze ervaren echter allerlei belemmeringen in die zorg, die onder andere kunnen leiden tot inadequate zorgverlening en meer ziekenhuisopnamen. Hoe denken volwassenen met autisme, huisartsen en praktijkondersteuners eigenlijk over de huisartsenzorg? En hoe kan deze volgens hen verbeterd worden?
De deelnemers aan het onderzoek zien allerlei barrières in de huisartsenzorg. Zo kan bij zorgverleners de kennis over autisme en de vaardigheden om de huisartsenzorg aan ieder individu met autisme aan te passen verbeterd worden. Ook problemen rond communicatieve vaardigheden en het herkennen van de eigen lichamelijke klachten bij mensen met autisme vormen een belemmering. In de organisatie van huisartsenzorg hebben de grootste belemmeringen te maken met problemen met de continuïteit van zorgverleners en de beperkte tijdsduur van de consulten.
De aanbevelingen richten zich op 3 domeinen: de huisartsen en POH’s, de mensen met autisme zelf en de organisatie van de huisartsenpraktijk. De zorg kan onder andere verbeterd worden via het onderwijs aan huisartsen en POH’s, waarin ook ervaringsdeskundigen een belangrijke rol kunnen spelen. Het sociaal netwerk van mensen met autisme mag actiever bij de zorg betrokken worden. Enkele van de aanbevelingen gericht op de organisatie betreffen het belang van de continuïteit van de zorg en zorgverleners, het plannen van dubbele afspraken, het verminderen van sensorische stimuli tijdens het consult en het verbeteren van de samenwerking tussen zorgverleners.
De geformuleerde barrières en aanbevelingen dienen als handreiking aan huisartsen en POH’s om met elkaar en hun patiënten in gesprek te gaan: welke barrières spelen mogelijk een rol voor uw patiënten met autisme en welke aanbevelingen kunt u toepassen?