Ontmoet collega's

Jeugdpsychiater Alex Kolman over de genderpoli van Youz Zaandam

Genderdysforie is niet alleen voor het kind of de jongere zelf vaak een hele opgave, maar ook voor ouders en broers en zussen. Veel ouders hebben vragen over hoe zij hun kind het beste kunnen begeleiden in hun ontwikkeling. Deze kinderen en hun gezinnen kunnen terecht bij de genderpoli van Youz Zaandam, waar kinder-en jeugdpsychiater en psychotherapeut Alex Kolman met een team van collega’s kinderen van vier tot begin twintig jaar uit het hele land behandelt.

Net als bij ieder ander kunnen psychische problemen zich ook voordoen bij kinderen en jongeren met gendervragen. We weten echter dat deze kinderen en jongeren vaker problemen ontwikkelen dan anderen en met name zien we vaak stemmingsstoornissen en een weinig positief zelfgevoel; mag ik er wel zijn, want ik ben anders? Veel kinderen beschrijven zich nergens bij te horen voelen. Een geboren jongetje, zich meisje voelend, kiest in de klas voor de ‘meisjeshoek’ en krijgt te horen dat dat niet de bedoeling is. Dan valt zo’n kind stil, gaat huilen en begrijpt het niet. Deze kinderen worden vaak op heel jonge leeftijd al geconfronteerd met het feit dat hun innerlijke beleving niet overeenkomt met wat mensen van buitenaf waarnemen.

Vaak worden de kinderen aangemeld aan het eind van de basisschool/begin middelbare school, als vanwege de puberteit hun lichaam gaat veranderen in een door hen niet gewenste richting. Iets dat heel onprettig voelt. Ze keren zich soms sterk naar binnen, trekken zich terug, worden somber en gaan automutileren of worden ronduit suïcidaal. Deze kinderen zijn zo bezig met zichzelf dat ze zich minder kunnen richten op allerlei sociale interacties. Zij komen dan regelmatig sociaal onhandig over waardoor bijvoorbeeld ten onrechte eerder gedacht wordt aan een autistische component. Opvallend is echter wel het grote aantal kinderen dat naast genderdysfore gevoelens ook ASS kenmerken heeft. Uit onderzoek blijkt ook dat deze stoornissen veel vaker voorkomen dan statistisch te verwachten is. Het bestaan van een rigide denkpatroon en sterke fascinaties kunnen de diagnostiek flink bemoeilijken.

Vooringenomen hulpverleners

Als kinderen en jongeren gendervraagstukken hebben, worden zij via hun huisarts vaak aangemeld bij de genderkliniek van het VU medisch centrum in Amsterdam. Of zij zoeken eerst pedagogische en psychologische hulp in hun eigen woonomgeving. Bij de genderkliniek hebben ze echter een lange wachtlijst en de psychologen daar doen weliswaar onderzoek naar de genderdyforie, maar hebben geen tijd voor een uitgebreide zoektocht die nuttig en vaak ook nodig is naar de genderidentiteit van het kind of de jongere. Helaas blijkt dat veel collega’s in het veld vaak handelingsverlegen zijn als het gaat om genderidentiteitsvraagstukken. Deze kinderen worden dan vaak na korte of al langere tijd naar ons team doorverwezen.

“Onze genderpoli is vier jaar geleden ontstaan vanuit de fusie met Transvisie Zorg. In de opbouwfase van ons team hebben wij enorm kunnen profiteren van de uitgebreide kennis en ervaringsdeskundigheid van de collega’s van Transvisie Zorg – die zelf transgender zijn. Voor een team dat zich specialiseert in deze doelgroep is dat naar mijn idee echt een voorwaarde voor succes. Zonder dat je er erg in hebt, blijk je namelijk ook als hulpverlener vooringenomen ideeën te hebben. Op een subtiele manier hebben we intervisie gehad van deze ervaringsdeskundigen. Hoe spreek je bijvoorbeeld iemand aan bij ophalen uit de wachtkamer? Op papier kan iemand heel anders overkomen dan degene die je ziet in de wachtkamer. Hoe werkt dat dan? Soms is het kind al veel verder en wil het graag met het nieuwe geslacht of de ‘nieuwe voornaam’ worden aangesproken, terwijl ouders daar nog niet aan toe zijn. We gaan daar voorzichtig mee om en proberen in de gesprekken altijd rekening te houden met de specifieke omstandigheden in het gezin voortkomend uit bijvoorbeeld hun cultuur en/of geloof en dit zo veel mogelijk te bespreken.

Werkwijze van de genderpoli

In onze diagnostische fase proberen we uit te zoeken welke genderidentiteitsvraagstukken er zijn. Maar we kijken ook naar het bestaan van eventuele andere psychische problemen, juist omdat we weten dat deze vaker voorkomen bij deze groep kinderen. Omdat kinderen en jongeren soms ver weg wonen, moeten we altijd naar de veiligheid kijken. Wanneer er sprake is van suïcidaliteit of ernstig teruggetrokken gedrag kunnen we dit kind niet veilig behandelen op zo’n grote afstand en moeten we dus met de verwijzer en het gezin zorgen voor behandeling bij de lokale jeugd-ggz voor deze problematiek. Daarna of daarnaast kunnen ze bij ons komen voor de problematiek rondom de gendervraagstukken en hier individuele - of gezinsgesprekken hebben of meedoen aan de gespreksgroepen die we hebben voor kinderen en jongeren vanaf zes jaar. Wij focussen ons met name op de genderproblematiek.

Op ontdekkingstocht in hun gevoelswereld

Met de kinderen en jongeren wordt uitvoerig besproken hoe zij zichzelf zien en beleven en wat zij eventueel zouden willen laten veranderen. Ik voer vaak zeer interessante gespreken met de kinderen, waar ik altijd weer van leer. Hoe zij er naar kijken, wat zij ervaren. Wij weten het ook niet, zijn samen met hen op ontdekkingstocht in hun gevoelswereld. Nadrukkelijk laten we weten dat wij geen indicatie stellen voor de eventuele lichamelijke behandeling met puberteitsremmers, crosshormonen of operaties. Dat gebeurt zorgvuldig in het VUmc (en binnenkort ook in Nijmegen).

Wij helpen hen om zo goed mogelijk te weten wie zij zijn en wat zij willen om dit goed te kunnen verwoorden.We hebben nog veel te leren. Ik wil iedereen meegeven vooral niet te dogmatisch te zijn in het man – vrouw zijn. Die strikte stellingname kan de persoonlijke ontwikkeling van een jongere hinderen. Gun kinderen de ruimte te ontdekken wie ze zijn, hoe ze zich dan ook willen kleden of noemen.