Ontmoet collega's

Chantal van Basten: 'Samenwerking jeugd-ggz verder doortrekken'

Chantal van Basten, regiebehandelaar en gz-psycholoog Kind en Jeugd, ziet het als haar missie om de samenwerking met andere partners in het veld nog verder door te trekken in de jeugd-ggz. Op de gezinspoli van Youz in Ede, waar zij nu werkt, vindt ze het bovendien een groot voordeel kennis in huis te hebben van kind- en jeugd én volwassenenpsychiatrie. ‘Door een probleem integraal en contextueel te bekijken, kom je vaak sneller tot betere oplossingen.’

De gezinspoli in Ede is relatief nieuw, maar ondanks dat Youz nog bezig is met het opzetten ervan, loopt het al goed. Er worden binnen de gezinspoli verschillende doelgroepen geholpen. ‘Eén van de redenen dat het al zo goed loopt, is denk ik omdat we contacten hebben in de buurt’, zegt Van Basten. ‘We zijn druk bezig iedereen te bedienen en de samenwerking op te zoeken. Denk aan werken met praktijkondersteuners bij de huisarts (poh’s), maar ook scholen en medewerkers van het sociaal team. Die samenwerking is in mijn ogen onmisbaar bij een goede behandeling van onze cliënten.’

Niet naar school willen

Als voorbeeld noemt de gz-psycholoog een jongen die was aangemeld door een kinderarts, omdat hij kampte met vermoeidheid en somberheid. Ook had hij moeite met naar school gaan. Er was door controle bij de kinderarts niets lichamelijks te vinden.

Van Basten vertelt dat het na de intake- en adviesgesprek gaandeweg de behandel- en diagnostiekcontacten het eigenlijk steeds slechter ging met deze jongen. ‘Hij ging helemaal niet meer naar school en zat de hele dag thuis te gamen. Samen met de betrokken kinder- en jeugdpsychiater en het sociaale wijkteam zijn we nagegaan wat we gezamenlijk voor hem konden doen en zijn we overgegaan tot het maken van een plan.’

Negatief zelfbeeld

Na contact met de orthopedagoog op de school van deze jongen kregen ze bij Youz steeds meer inzicht in het feit dat school stress opleverde en zorgde voor overbelasting. ‘De behandelingen die wij reeds waren begonnen, leverde niets op. Sterker nog: ze versterkten zijn negatieve zelfbeeld, omdat er voor zijn gevoel geen vooruitgang was en daardoor zijn gevoel van falen werd bevestigd. Samen met school konden we in kaart brengen wanneer zijn stemming verslechterde en kwamen we tot de conclusie dat er dan ook een oplossing op school geboden kon worden.’

De gz-psycholoog vervolgt: ‘Het is fantastisch als je op deze manier kan samenwerken met een school. Je ziet een gemeenschappelijk doel en dan is er veel bereidwilligheid. Je ziet onze cliënt elke week een beetje meer opknappen en waardoor er ook weer motivatie is voor individuele behandeling. In de ggz heb je veel individuele behandelingen, maar bij kind en jeugd is het zó waardevol om informatie met de school uit te wisselen.’ Dit is dan ook waarom ze op basis van haar vorige functies in de jeugdzorg, waar veel wordt samengewerkt en afgestemd met andere partners, streeft naar intensievere samenwerking in de jeugd-ggz.

Sparren over het héle gezin

Zo’n succesverhaal geldt natuurlijk niet in elke situatie. Van Basten benadrukt dat je bij kind- en jeugd-ggz altijd breder moet blijven kijken. ‘Niet alleen naar en met het sociale domein, maar ook naar het systeem: de ouders en het gezin, kinderen en jeugdigen kan je niet bekijken zonder ook naar hun gezin van herkomst te kijken. Neem de bovengenoemde situatie. Hoewel we hem zien opknappen, is hij er nog lang niet. In zijn geval ligt er ook een stuk bij zijn moeder. Zij moet er emotioneel mee instemmen dat wij zijn hulpverlening intensiveren. Ze moet zich beseffen dat intensieve hulpverlening noodzakelijk is en zij een belangrijke rol heeft in het motiveren van haar zoon. Je kunt als ouder ergens een akkoord op geven, maar zolang er geen emotionele instemming is ben je nergens.’

Ze legt uit dat deze moeder dat vooralsnog niet kan. ‘Ze zegt ja, maar denkt nee. En dat zie je in haar gedrag richting haar zoon terugkomen. Je hoort haar bijvoorbeeld aan haar zoon vragen waarom hij dingen wel bij ons bespreekt en niet met haar. Dat kan voor hem overkomen als een waardeoordeel dat hem belemmert in zijn vooruitgang. Gelukkig hebben we reeds gesprekken met zoon én moeder, en is er sprake van ouderbegeleiding voor moeder.’

Onder één dak

Van Basten vertelt ten slotte dat het mooie en leuke aan het werken op een gezinspoli is dat je kennis over kind-, jeugd- en volwassenenpsychiatrie onder één dak hebt. ‘Wij sparren dus ook veel met elkaar en daar komen waardevolle oplossingen uit die meestal betrekking hebben op het hele gezin. Vaak blijkt dat de cliënt eigenlijk niet (alleen) het kind is, maar juist ook de vader of moeder die kampen met opvoedvragen of soms ook persoonlijke problematiek kennen. Als er iets aan de hand is met één van de ouders, kunnen we ze goed verwijzen. We doen alles voor elke vorm van problematiek. In het geval van onze casus zou ik graag zien dat de moeder wat krachtiger is. Ik ben pas tevreden over een behandeling als ik een cliënt en zijn of haar gezin de juiste tools heb kunnen meegeven om zich beter te redden en stabiliteit in te bouwen.’

Chantal van Basten is meer dan vijftien jaar werkzaam als zorgprofessional en heeft haar sporen verdiend in de jeugdzorg. Sinds dit jaar is zij regiebehandelaar Kind en Jeugd én gz-psycholoog bij Youz op de gezinspoli in Ede, waar diagnostiek en behandeling word geboden voor cliënten vanaf de leeftijd van zes jaar.